Rechtspraak

Als er een geschil (conflict) is, kan je dit bij de rechter brengen om het op te lossen. De persoon die naar de rechter stapt is de eiser en de gedaagde is de persoon die voor de rechter wordt gesleept. De gedaagde krijgt dan een dagvaarding (fancy brief) waarop staat wat de motivatie van de rechtzaak is, waar/hoelaat deze plaatsvindt etc. De rechter spreekt uiteindelijk een vonnis uit.

Mediation

Een rechtzaak is best wel een ding. Daarom is in veel gevallen mediation een betere oplossing. Bij mediation gaan de partijen met een onafhankelijke bemiddelaar in gesprek om samen tot een oplossing te komen.

Kort geding

Als een rechtzaak snel moet gaan kan je een kort geding aanspannen. Een kort geding is een verkorte rechtzaak waarbij een voorlopig oordeel wordt geveld dat later in de volledige rechtzaak (bodemprodecure) nog herzien kan worden.

Rechtsgebieden

Privaatrecht

Het privaatrecht is voor rechtzaken tussen burgers onderling. Je kan dit ook weer verder opslitsen:

Publiekrecht

Het publiekrecht is voor rechtzaken tussen burgers en de overheid. Ook dit kan je verder opslitsen:

Een rechtzaak in het publiek recht is meestal openbaar; een uitzondering is een zak tegen een minderjarige.

Bezwaar tegen een (overheids)instantie maken:

  1. Je maakt bezwaar bij de organisatie zelf.
  2. Je legt de zaak voor bij de rechtbank.
  3. Je kan in hoger beroep (bij het gerechtshof).

Strafrecht

Er zijn twee soorten strafbare feiten:

Als je iets strafbaars doet en door de politie wordt gepakt kan je voor de rechter komen. Je wordt dan aangeklaagd door het Openbaar Ministerie (OM). De zaak valt dus onder het strafrecht.

Bij zo’n rechtzaak gelden een aantal regels:

Strafproces

Het strafproces verloopt in deze stappen:

1. Opsporing en aanhouding

De politie verzamelt bewijs en houdt een verslag bij genaamd het proces-verbaal. Je bent verdachte als er redelijk vermoeden is dat je schuldig bent. De politie mag je dan:

Als burger mag je een ander ook staande/vasthouden tot de politie er is.

De politie mag soms ook dwangmiddelen gebruiken. Omdat die tegen de grondrechten in gaan moet eerst de rechter-commissaris toestemming geven. Voorbeelden:

Na langer dan 110 dagen voorrarrest moet er eerst een pro-formazitting komen om te besluiten om het voorarrest te verlengen.

2. Vervolging door OM

Het OM kan zo een strafzaak afhandelen:

3. Berechting

De OvJ stuurt een dagvaardiging naar de verdachte. Dit noem je tenlastelegging. Volwassenen hoeven niet bij de rechtzaak te zijn; minderjarigen wel (als je op het moment van het misdrijf nog minderjarig was ook). Een rechtzaak gaat zo:

  1. Opening: rechter controleert gegevens.
  2. Aanklacht van OvJ
  3. Onderzoek: het uithoren van de verdachte, getuigen en deskundigen.
  4. Requisitoir: de OvJ mag een straf eisen.
  5. Pleidooi: de advocaat verdedigd de verdachte.
  6. Laatste woord: de verdachte mag iets zeggen. Vaak spijt uitspreken of onschuld benadrukken.
  7. Vonnis: de rechter bepaald of de verdachte schuldig is en wat de straf wordt.

4. Hoger beroep en cassatie

Als je het niet eens bent met de uitspraak van de rechter kan je in hoger beroep. De zaak wordt dan nogmaals bekeken in het gerechtshof. Je kan daarna eventueel ook nog in cassatie bij de Hoge Raad. Daar wordt de zaak niet opnieuw inhoudelijk behandeld; er wordt alleen gekeken of de rechters zich netjes aan de regels hebben gehouden. Zo niet, wordt de zaak nogeens overgedaan in het gerechtshof.

Heel soms kan een zaak opnieuw geopend worden als er belangrijk ontlastend bewijs (zoals DNA) is gevonden of een getuige zijn uitspraken terugtrekt. Dat noem je herziening ten voordele.

Strafuitsluitingsgronden

Als de tenlastelegging bewezen is betekent dat niet gelijk dat de verdachte schuldig is; er zijn een aantal dingen die iets normaal strafbaars niet strafbaar maken:

Verder kan iets wel strafbaar zijn, maar heeft de verdachte geen schuld:

Verder is er ook adolescenetenstrafrecht. Dat houdt in dat de rechter voor jongeren van 13-23 zelf mag beslissen of hij jeugdstrafrecht of volwassenenstrafrecht toepast. Dat is omdat sommige mensen zich sneller ontwikkelen dan anderen, en dus eerder “volwassen” zijn.

Straffen

Er zijn een aantal soorten straffen:

Ook kan een rechter een bijkomende straf opleggen, zoals het afnemen van het rijbewijs of recht tot het beoefenen van een beroep. Deze straffen zijn bedoeld om schade te herstellen of schade aan de samenleving te voorkomen.

Je hebt ook voorwaardelijke straffen, die alleen worden uitgevoerd als de veroordeelde zich niet aan bepaalde regels houd binnen een bepaalde termijn.

Het opleggen van een straf heeft een aantal doelen: