Scheikunde

Samenvatting Scheikunde. Geschreven door Robin Boers voor toetsweek 2 van leerjaar 3VWO.

H1

Stofeigenschappen

Je kan mengsels van zuivere stoffen herkennen omdat mengsels wel een kook/smelt/stoltraject hebben en zuivere stoffen alleen een kook/smelt/stolpunt hebben.

Rekenen

massa% = massa deel / massa geheel * 100
volume% = volume deel / volume geheel * 100
rendement scheiding = massa verkregen stof / massa stof in mengsel * 100

H2

Molecuulmodel

Bij vaste stoffen liggen de moleculen dicht bij elkaar op een vaste plek. Bij vloeistoffen bewegen de moleculen vrij, maar nog steeds vrij dicht bij elkaar. Bij gassen zitten er grote gaten niks tussen de moleculen.

Ontledingsreacties

Een ontledingsreactie is als er uit 1 stof meerdere stoffen ontstaan. Er zijn meerderen typen:

Hierbij geld de wet van massabehoud: alle massa die erin gaat komt er ook weer uit (als een andere stof weliswaar).

Kelvin en Celcius omrekenen

0 K = -273 °C

273 K = 0 °C

Endotherm en exotherm

Bij een exotherme reactie komt energie vrij. Bij een endotherme reactie is energie nodig, en stopt dus als je de energiebron weghaalt. Als je de energiebron bij de exotherme reactie weghaalt gaat hij gewoon door, tot de grondstoffen op zijn.

Endotherm of exotherm noemen we het energie-effect.

Rekenen met reacties

  1. Schrijf reactieschema op
  2. Schrijf massaverhouding op
  3. Schrijf bekende massa’s
  4. Geef andwoord op de vraag

Aantonen stoffen

Zuurstof

Je kan zuurstof aantonen door het op te vangen en er dan een gloeiende houtspaan bij te houden. Als hij opgloeit is er zuurstof aanwezig.

Waterstofgas

Je kan waterstofgas aantonen door het op te vangen en boven een gasbrander vrij te laten. Je hoort dan een blafje.

Oefenopgaven

H1

1.
➤ Kleur
➤ Geur
➤ Smaak
➤ Fase (bij kamertemperatuur)

2.
➤ Helder
➤ Vloeistof
➤ Bestaat uit oplosmiddel en opgeloste stof
➤ Is een mengsel (dus kooktraject etc.)

3.
Hoeveel massa van een stof maximaal in een bepaald volume oplosmiddel kan oplossen.

4.
➤ Troebel
➤ Vloeistof
➤ Bestaat uit een vaste stof in een vloeistof
➤ Is een mengsel (dus kooktraject etc.)

5.
➤ Oplosbaarheid
➤ Dichtheid
➤ Geleidbaarheid voor warmte of elektriciteit
➤ Brandbaarheid
➤ Magnetisch of niet

6.
➤ Troebel
➤ Vloeistof
➤ Bestaat uit 2 slecht mengbare stoffen en een emulgator
➤ Is een mengsel (dus kooktraject etc.)

7.
Bestaat uit een vaste stof en gas

8.
Als de maximale massa van een bepaalde stof in het oplosmiddel is opgelost.

9.
Bestaat uit een vloeistof en een gas

10.
➤ Vast
➤ Mengsel vaste stoffen (metalen)
➤ Troebel
➤ Mengsel (dus kooktraject etc.)

11.
Hoeveel massa van een stof in een bepaald volume van een oplosmiddel is opgelost.

`massa opgeloste stof / volume oplossing`

12.
➤ Kook-, smelt-, stolpunt
➤ 1 soort moleculen

13.
Hoeveel procent van de massa/volume van een mengsel een bepaalde stof opmaakt.

14.
Hoeveel procent van de te winnen stof teruggewonnen is met de scheiding.

H2

1.
➤ Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller ze bewegen
➤ Vaste positie in vaste fase
➤ Ontzettend klein

2.
Moleculen

3.
De moleculen blijven intact (en worden door elkaar gemixt of van elkaar gescheiden)

4.
a) vast
b) rijpen
c) sublimeren
d) stollen
e) smelten
f) condenseren
g) verdampen
h) gas
i) vloeibaar

5.
De moleculen komen dichter bij elkaar te liggen

6.
Wat je waarneemt

7.
Een vaste stof veranderd in een vloeistof

8.
Een gas veranderd in een vloeistof

9.
De moleculen komen verder uit elkaar te liggen

10.
De stofeigenschappen veranderen (want er onstaan nieuwe stof(fen))

11.
Een vaste stof veranderd in een gas

12.
Een chemische reactie waarbij één stof in meerdere stoffen veranderd. Altijd endotherm. Ook een taalkundig ding met zinnen trouwens.

13.
De oude moleculen verdwijnen en er ontstaan nieuwe

14.
B) is er energie nodig

15.
Meerdere stoffen worden gemixt/uit elkaar gehaald. De stofeigenschappen van de beginstoffen blijven te zien.

16.
• 273 K     • 30 ℃
• 263 K     • -12 ℃
• 298 K     • -273 ℃