Eerste Wereldoorlog

Dit is een samenvatting van geschiedenis H3 (eerste wereldoorlog). Geschreven door Robin Boers voor toetsweek 1 van leerjaar 3.

3.2: Europa onder spanning

Aan het einde van de 19e eeuw had de adel nog steeds de macht. Er onstond ook een nieuwe laag in de bevolking die bestond uit rijke burgers: de middenklasse. Zij wilde ook meedoen in het landsbestuur. Ook de situatie van de armen was verbeterd: ze hadden vrije tijd en kregen meer loon. Toch streden ze voor hogere lonen en betere werkomstandigheden. Ze vormde politieke stromingen/partijen en hierdoor voelde de middenklasse zich bedreigd.

Ook was er de opkomst van het nationalisme. In de Frans-Duitse oorlog was het Duits keizerrijk onstaan en in Duitsland zorgde het dus voor eenheid. In veelvolkerenstaten in het middenoosten zorgde het echter voor onrust. Volkeren wilde erdoor juist nóg liever zelfbestuur.

Duitsland wilde ook meedoen in het modern imperialisme: het bezetten van andere landen voor grondstoffen voor de Europese economie. Daarom het het een enorme vloot opgebouwd. Groot-Brittanië voelde zich daardoor bedreigd. Bovendien was er in die tijd veel militarisme in Duitsland. Dat houd in dat je hele samenleving is ingesteld op oorlog voeren.

Omdat de landen wisten dat er misschien een oorlog zou komen vormden ze bondgenootschappen:

Duitsland was bang voor een twee-fronten oorlog. Daarom bedachten ze het Von-Schlieffenplan. De Russen zouden niet op tijd kunnen mobiliseren en dus niet snel genoeg bij de Duits-Russische grens zijn. Ze zouden Frankrijk binnenvallen via België en binnen een paar weken bezetten en dan alle troepen richting Rusland sturen.

3.3: Van moordaanslag naar wereldoorlog

Bosnië-Herzegovina had zich vrijgevochten van het Turkse Rijk, maar werd door Oostenrijk-Hongarije ingenomen. In 1914 bezocht de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije (Frans Ferdinand) de hoofdstad: Sarajevo. In Bosnië-Herzegovina woonde veel Serviërs. Ze vonden dat Bosnië-Herzegovina bij Servië hoorde en waren bang dat Servië ook zou worden ingenomen. Daarom besloot de terroristische organisatie de Zwarte Hand een aanslag op de kroonprins te plegen. Hij werd doodgeschoten door Gavrilo Princip.

Oostenrijk-Hongarije eiste vervolgens dat ze een ‘onderzoek’ in Servië mochten doen met 1000 soldaten.
-> Servië weigerde.
-> De Duitsers steunde Oostenrijk-Hongarije.
-> Rusland steunde Servië.
-> Frankrijk hielp Rusland vanwege de Entente.
-> Oostenrijk-Hongarije verklaarde Servië oorlog.
-> Rusland mobiliseerde zijn leger.
-> Duitsland starte het Von-Schlieffenplan en vielen België binnen (+ oorlogsverklaring Rusland en Frankrijk).
-> Groot-Brittanië nam deel aan de oorlog omdat België neutraal was.

Er waren veel nieuwe technieken die zouden helpen bij de snelle aanval op België:

Alleen ging het helemaal fout. De Belgische wegen waren te smal, de telefoonlijnen te zwak (te makkelijk te saboteren) en zonder communicatie had je aan de vuurkracht van die kanonnen ook niks. Door deze tegenslagen en angst voor Belgische spionnen werden er veel oorlogsmisdaden tegenover de Belgen gepleegd.

De Russen waren sneller bij de grens dan volgens het Von Schlieffenplan zou kunnen en de Belgen kregen hulp van de Fransen en Britten. De Duitsers moesten troepen naar het oosten verplaatsen. Hierdoor groeven ze zich in en ontstond een loopgravenoorlog.

3.4: Oorlog op alle fronten

Niet alleen de soldaten die daadwerkelijk vochten hadden te maken met de oorlog. Ook het thuisfront. Het werd dus een totale oorlog.

Dankzij propoganda bleven mensen vechten. Brieven werden gecensureerd en door nationalistisch propoganda meldden nóg meer jonge mannen zich aan voor het leger.

Ook in Afrika speelde de oorlog. De Duitsers probeerde andere koloniën over te nemen. Deze oorlog werd echter alleen door de plaatselijke bevolking gevochten.

De VS leverde wapens aan de geallieerde, maar deden zelf niet mee met de oorlog. Later wilde ze toch meedoen omdat:

  1. Duitse onderzeeërs hadden Amerikaanse passagiersschepen kapotgeschoten.
  2. De banken hadden grote leningen open staan met Groot-Brittanië en Frankrijk en waren bang dat die de grote oorlogsschulden niet konden terugbetalen.

De druppel in de emmer was toen de Duitsers een telegram naar Mexico stuurde waarin ze vroegen of Mexico oorlog met de VS te beginnen. De president van de VS verklaarde Duitsland oorlog.

3.5: Vrede, maar niet voor iedereen

De oorlog verliep voor de Russen niet goed. De duitsers hadden belangrijke gebieden in handen waardoor hun legers niet bevooraard konden worden en er voedseltekorten in de steden onstonden. Dit leidde tot een revolutie (de februarirevolutie). Hierbij werd de tsaar afgezet en een tijdelijke regering ingesteld. Deze regering was echter niet erg goed en werd in een nieuwe revolutie in oktober afgezet door de communisten. Ze sloten met Duitsland de vrede van Brest-Litovsk.

Hierdoor konden de Duitsers hun troepen naar het westfront sturen. Hierdoor wonnen de Duitsers wat grond, maar de toevoer van wapens en eten werd ook slecht. Daarop kwamen ook de Amerikanen nog meevechten. De legerleiding gaf de vloot het bevel de Britten aan te vallen, maar de matrozen weigerde. Er braken overal opstanden uit en de keizer werd afgezet. Er kwam een sociaal-democratische regering die een wapenstilstand sloten met de geallieerden.

Hierna werden vredesonderhandelingen in Versailles georganiseerd. Hierbij waren er vier groepen:

Duitsland en de Driebond werden zo gestraft:

Veel soldaten hadden trauma’s na de oorlog en konden niet goed functioneren in een normale samenleving.