NST

Geschreven door Robin Boers voor de 3e toetsweek van leerjaar 2. Bevat de belangrijkste punten uit hoofdstuk 7 par. 1 t/m 4. Geschreven tijdens / vlak na de 2e corona lockdown.

Wikiwijs: https://maken.wikiwijs.nl/174723/Hoofdstuk_7_Licht

Aantekeningen

Licht teken je als rechte lijnen met een pijltje waar de straal heen gaat. We tekenen ze niet allemaal.

Een schaduw onstaat als licht wordt geblokkeerd door een object. Er zijn 2 soorten schaduwen:

Het lichtere deel van de schaduw is altijd een halfschaduw.

Direct licht komt direct vanuit de lichtbron. Indirect licht gaat via een ander object, en diffuus licht schijnt door een object heen (lampenkap / wolken).

Bij een zonsverduistering staat de maan tussen de zon en aarde.

Spiegelwet: ∠i = ∠t

Zo teken je hoek van terugkaatsing:

  1. Teken normaal (gestippeld)
  2. Meet hoek van inval (hoek tussen invallende lichtstraal en normaal)
  3. Draai geo
  4. Teken terugkaatsende straal
  5. Zet de hoek erbij

De afstand tot de spiegel is gelijk aan de afstand van het spiegeloppervlak tot het voorwerp in het spiegelbeeld (moeilijk uit te leggen, je snapt me toch wel).

Je kan met een prisma het witte licht scheiden. Licht is een spectrum. Je kan de kleuren rood t/m paars zien. Er zijn ook niet zichtbare stralen:

Niet alleen in de zomer heb je er veel last van. Als het winter is, en er veel sneeuw licht, wordt er veel zonlicht je kan op weerkaatst. Je kan in de winter ook last van je ogen krijgen door de sneeuw.

Fluoresceren is sterk oplichten als er uv-straling op valt.

Het getal op zonnebrrandcreme (de factor) geeft aan hoelang je in de zon kan blijven. (fac. 10 = 10x langer) Dus zonder creme is bijv 5 min, met creme is 5 x 10=50 minuten.