Verlichting

Geschreven door Robin Boers voor de 3e toetsweek van leerjaar 2. Bevat de belangrijke punten uit hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3. Geschreven tijdens / vlak na de 2e corona lockdown. Jaartallen en tijdsvolgorde hoeven niet worden te geleerd.

Hoofdstuk 2

Hervorming

Er was veel kritiek op de kerk vanwege de verkoop van aflaten, de schending van het celibaat en machtsvergroting. Niet alleen ongelovige en leken vonden dit. Ook geestelijken vonden dat er iets moest veranderen. Maarten Luther was een Duitse monnik en ging veel verder dan Erasmus. Luther had kritiek op de geldstromen van de kerk, en vond de aflaten oplichterij. Hij wilde een einde maken aan alles dat hij fout van aan de kerk. Hij wilde de kerk hervormen van binnenuit. Hij schreef al eerder een lijt met 95 punten met kritiek op de kerk, en die gebeurtenis wordt nu gezien als het begin van de Hervorming of Reformatie. De Paus verbande (in de ban doen) Luther uit het Christendom. De keizer steunde de paus en wilde dat Luther zijn kritiek terugnam, maar dat werd geweigerd.

Splitsing van de kerk

Omdat Luther door bleef gaan met kritiek leveren verklaarde de paus hem vogelvrij. Dat betekent dat iedereen hem zonder consequenties iets kon aandoen. Sommige Duitse vorsten waren het wel eens met Luthers idëen, en beschermden hem. Luther heeft de bijbel vertaalt in het Duits en schreef boeken en pamfletten. In 1546 brak er oorlog uit tussen de katholieken vorsten (onder leiding van de keizer), en de vorsten die Luther beschermden. Nadat dat een beetje een zootje werd, kwam de reden van Ausburg. Nu mocht iedere vorst zelf bepalen of hij katholiek of Luthers was. Luther had hierdoor zonder dat het zijn bedoeling was de protestante kerk laten ontstaan.

Calvijn

Ook tussen de protestante kerken waren verschillen. Er waren twee (belangrijke, er waren er wel meer) hervormers in de protestantse kerk: Luther en Calvijn. Calvijn is (naast een hedendaagse YouTuber) een fransman die in Genève (Zwitserland) een predikanten school begon. De studenten uit heel Europa verspreidde zijn leer. Calvijn legde nogmeer nadruk op Gods almacht. (bepaalt bij geboorte al hemel of hel, lot bla bla bla) Daarnaast was hij ook strenger. Ook vond hij in tegenstelling tot Luther dat het volk hun vorst mochten afzetten als dat toepasselijk was.

Onrust in de Nederlanden

Karel V erfde veel grond, en verbreedde zijn macht door gebieden te kopen of veroveren. In de Nederlanden was toen nog geen eenhied: het bestond uit losse gebieden genaamd gewesten. Elke gewest had zijn eigen gewoontes en regels. Om iets voor elkaar te krijgen moest Karel V dus met elk gewest apart onderhandelen. Dat gebeurde in de Gewestelijke Staten. Daarin zaten afgevaardigden uit elk gewest. Omdat hij door zijn grote rijk niet altijd in de NL kon blijven benoemde hij een langvoogd. Voor elk apart gewest benoemde hij ook een stadhouder. Dit was natuurlijk helemaal niet praktisch. Daarom bedacht Karel de Staten-Generaal. Dat was een soort grote vergadering met afgevaardigeden uit alle gewesten bij elkaar. Hij bestuurde de hele NL vanuit Brussel. Dit heet centralisatie van bestuur. In Mechelen kwam een rechtbank waar rechtspraak voor de hele Nederlanden werd geregeld.

De Hervormers hadden veel aanhangers in NL. Karel wilde echter dat iedereen in zn rijk katholiek was. Hij liet plakkaten opstellen voor de vervolging van ketters. Een plakkaat is een openbare bekendmaking. Een plakkaat was zelfs zo streng dat het bekent kwam te staan als het Bloedplakkaat. De stadsbesturen moesten de plakkaten uitvoeren, maar die hadden daar weinig zin in. Ze vonden het veel te streng, en ze wilde liever geen regels uit Brussel opvolgen. Uiteindlijk kwam er dus weinig terecht van het Bloedplakkaat.

Nadat Karel V aftrad kwam zijn zoon Filips II aan de macht. Hij liet her bestuur van NL over aan zijn halfzuster Margaretha van Parma (landvoogdes). Hij wilde zoveel mogelijk de controle behouden. Hij verbood Margeretha om de Staten-Generaal bij elkaar te roepen omdat die teveel eisen stelde. Ook wilde Filips dat het Bloedplakkaat zou worden nageleefd. De vervolging van de ketters door de inquisitie, een organisatie binnen de Katholieke kerk die ketters opspoorde en vervolgde, werd steeds groter.

De opstand breekt uit

In 1566 kwam een groep edelen in actie. Met veel machtsvertoon kwamen ze Margaretha in Brussel het Smeekschrift aanbieden. Daarin verzochte ze haar Filips hun idëen over politiek en religie over te brengen. Als er niets gedaan zou worden zou er namelijk snel een grote opstand uitbreken. Dit deed Margaretha, en ze verzocht ook de inquisitie wat minder streng te zijn. Het smeekschrift was naar een smeek ook een dreigement. Ten eerst omdat ze een opstand “voorspelden”, maar ook door het machtsvertoon bij het aanbieden.

De protestanten kregen meer moed. Ze durfde weer openbaar diensten te houden, het zei buiten dan. Tijdens deze zogenaamde hagenpreken riepen predikanten op de Katholieke kerken over te nemen. Ze vonden beelden afgoderij: het aanbidden van andere goden. Daarom moesten die de kerk “verlaten”. Kort hierna brak de beeldenstorm uit.

Margaretha gaf stadhouders de opdracht de beeldenstorm te beëindigen. Sommige pakte de opstandelingen hard aan, maar de meeste pakte het voorzichtig aan. Willem van Oranje was de stadhouder van Holland en Zeeland, en stond de protestanten toe in een paar steden toch kerken te krijgen. Dat ging Filips en Margaretha te ver. Filips stuurde zijn beste generaal: Alva naar de Nederlanden. Willem vluchtte het land uit. Alva stelde bij zijn aankomst in Brussel de Raad van Beroerten in: een speciale rechtbank voor de daders van de Beeldenstorm.

Willem was naar zijn graafschap in het Duitse Nassau gevlucht. In 1568 besloot hij de Nederlanden binnen te vallen. Hij liet pamfletten verspreiden met de volgende boodschap: Ik ga jullie bevrijden van de ‘tiran’ Alva jeeeee!!! De inval mislukte, maar bij poging 2 ging het weer mis, totdat de Watergeuzen, een stelletje boeven in boten, op 1 april den Briel innamen. Andere steden in Holland en Zeeland sloten zich nu ook bij Willem aan. Dat was omdat veel mensen boos waren op Alva vanwege een nieuwe belasting: de Tiende Penning. Willem van Oranje werd opniew benoemd to stadhouder in Holland en Zeeland. Alva ging in tegenaanval en gebruikte angst als zijn wapen. Veel steden gaven zich al over op het moment dat het Spaanse leger eraan kwam. Korte termijn werkte dit fantastisch, maar op lange termijn wertke dit tegen hem omdat het perfect voer voor propaganda is.

De breuk wordt definitief

In herfst 1576 trokken Spaanse soldaten door Antwerpen (en andere steden). Ze plunderede alles. Mannen werden vermoord en vrouwen verkracht. We noemen het de Spaanse Furie. Dit gebeurde omdat het besturr van NL net was overgenomen door een nieuwe bevelhebber, die plotseling overleed. En dat net toen de Spaanse staat falliet ging. Hierdoor ging er geen geld meer naar de soldaten. Omdat die geen geld noch bevelhebber hadden begonnen ze te plunderen.

Als reactie op de Spaanse Furie kwamen de Staten-Generaal bijeen. Alle gewesten besloten in de Pacificatie van Gent de Spaanse troepen uit Nederland te bevrijden. Ze konden het echter niet eens worden over godsdienst. De Pacificatie mislukte een beetje, en enkele Franstalige gewesten besloten toch vrede te sluiten met Filips II. Ze sloten zich aaneen in de Unie van Atrecht. De andere gewesten die wel wilde meedoen met de opstand vormde de Unie van Utrecht. Omdat Filips dit niet leuk vond verklaarde hij Willem van Oranje vogelvrij. Dat betekend dat iedereen hem mocht vermoorden zonder er straf voor te krijgen. Als tegenaanval (soortvan) publiceerde Willem zijn apologie (verweerschrift) waarin hij uitlegde waarom hij Filips kut vond, uuhhh, ik bedoel waarom hij in opstand was gekomen.

De schatkist van Spanje was inmiddels alweer vol, en Margaretha’s zoon, de hertog van Parma veroverde vele steden in de Nederlanden. De Unie van Utrecht kon zich niet verdedigen, en had een bondgenoot nodig. Ze sloten een verdrag met de hertog van Anjou, en zworen Filips af als landvoogd in het Plakaat van Verlating.

De Republiek onstaat

De samenwerking met hertog Anjou verliep niet goed en werd afgtebroken. Toen ze het opnieuw wilde proberen overleed de hertog aan een ernstige ziekte. Sommige mensen vonden dat Willem van Oranje nu landsheer zou moeten worden, maar die werd doodgeschoten door Balthasar Gerards. Hierna probeerde de republiek koningin Elizabeth van Engeland, maar die weigerde ook. Wel stuurde ze soldaten en een mislukte gouveneur. Uiteindelijk staakte de Staten-Generaal de zoektocht en besloot door te gaan als Republiek, zonder landsheer.

Prins Maurits hervormde het Nederlandse leger. De soldaten van de Republiek waren niet ingehuurd maar in dienst van de Republiek. Ze ontvingen een vast bedrag. Ze waren (mede hierdoor) beter getraind en gedisciplineerder dan de Spaanse troepen. Toen Filips II overleed was door het vele oorlog voeren de Spaanse schatkist bijna leeg, en de Nederlandse bestuurders hadden er ook wel genoeg van. Ze sloten een Twaalfjarig Bestand, maar toen deze afliep begon de oorlog gewoon weer opnieuw. De katholieke gebieden die ze veroverde werden echter geen zelfstandige gewesten, maar bleven generaliteitslanden van de Republiek, en werden door de Staten-Generaal gestuurd. Uiteindelijk kwam de Vrede van Münster tot stand, waarna de Republiek eindelijk werd erkent als zelfstandige staat.

Hoofdstuk 3