Bewegingen
Als er beweging van een wiel op het volgende wordt overgebracht heet dat een overbrenging of transmissie. De wielen kunnen draaien dankzij een krachtbron, en maken gebruik van een ketting, snaar of tandwiel voor de overbrenging. Als 2 tandwielen in elkaar grijpen draaien ze in tegengestelde richting. Dit kun je verhelpen door er een tandwiel tussen te zetten: het tussentandwiel. Dit tandwiel zorgt ervoor dat de draairichting van het aandrijfwiel en vervolgwiel gelijk is. Als je een ketting of snaar gebruikt moet je ze spannen met een spanrol. Deze manier van overbrenging heet een indirecte overbrenging. De manier met een tandwiel heet een directe overbrenging. Als je een versnelling wil maken moet je een groot aandrijfwiel en een klein vervolgwiel gebruiken. Als je het andersom doet krijg je een vertraging. De overbrengingsverhouding is het aantal keren dat het volgwiel ronddraait als het aandrijfwiel 1 keer ronddraait.
Een ronde beweging is een rotatie, en een rechte beweging is een translatie. Als je een overrenging van rond naar recht wil maken doe je dat met een tandheugel en een rondsel, een krukas en een drijfstang, een nokkenas, een windas of een worm en een wormwiel. Als je een overbrenging van recht naar rond wil maken doe je dat met een tandheugel en een tandwiel of een windas en gewichten.
Met een hefboom kun je krachten vergroten en kan je translatie omzetten in andere translatie. Een hefboom heeft een draaipunt, een krachtpunt en een lastpunt. Als je kracht/inspanning zet op het krachtpunt gaat de last op het lastpunt omhoog. Hoe langer de krachtarm is ten opzichte van de lastarm, hoe hoger de krachtsvergroting is. Je kunt het gewicht van een voorwerp bepalen met behulp van de balans. Verder zijn er 3 soorten hefbomen: last-draaipunt-inspaning, draaipunt-last-inspanning, last-inspanning-draaipunt
Hijsen met katrollen gaat makkelijker dan tillen. Bij een vaste katrol veranderd alleen de richting van de kracht, terwijl je bij een losse katrol maar de helft van de kracht hoeft te zetten, maar wel veel touw moet inhalen. Als je deze twee combineert krijg je een takel. Dus bij een takel heb je de voordelen van beide katrollen. Als je hele zware dingen moet tillen (bijv. een lift) kan je het best een contragewicht gebruiken. Deze houdt het geheel in evenwicht, en dan hoef je in plaats van de lift + mensen in de lift alleen nog maar de mensen in de lift te tillen.