Verbindingen & constructies

Om dingen aan elkaar vastte maken, heb je verbindingen nodig. Je hebt verschillende types verbindingen. De starre verbindingen, de demontabele/losneembare verbindingen, een de lost-vast/flexibele verbindingen.

Een demontabele of losneembare verbinding kan je makkelijk los maken, en dan weer vast. Een voorbeeld hiervan zijn moeren en bouten.

Bij een starre verbinding kan je de voorwerpen/onderdelen niet meer los maken, zonder ze kapot te maken. Een voorbeeld is een lasverbinding, of een lijm verbinding.

Dingen die vast zitten, maar toch kunnen bewegen zijn flexibel, of los-vast. Een voorbeeld van een flexibele verbinding is een deur, of een raam.

Verschillende verbindingsmethoden zijn:

De functie van een constructie is zorgen voor stevigheid. Een constructie is een combinatie van materiaal en verbindingen. Voor een goede constructie heb je de volgende dingen nodig:

De functie van een constructie hangt van het doel af. De vorm van de constructie wordt bepaald door:

Vormvastheid zorgt voor:

Om iets vast te maken heb je kracht nodig. Als je iets op je fiets vastmaakt, leveren de snelbinders de kracht. Je hebt druk en trekkrachten. Een voorbeeld mooi voorbeeld is beton. Je kan er enorm veel kracht opzetten, maar als je het probeert uit elkaar te trekken, is het net een plakje cake. In een driehoek spelen ook drukkrachten. Zoals je hiernaast kan zien, spelen er drukkrachten in de bovenste twee balkjes, en trekkrachten in de onderste, als je er op drukt.

Sterke constructies zijn de driehoeksconstructie en de boogconstructie.

Trekkracht geef je weer door twee pijltjes uit elkaar te tekenen. Drukkracht laat je zien met twee pijltjes naar elkaar toe.

Door beton te wapenen, maak je het sterker. Je verwerkt er staaldraad in. Hierdoor kan het beton beter tegen trekkrachten: je hebt gewapend beton!