Boekopdracht Klifi
-
Klifi van Adriaan van Dis, gepubliceerd in 2021.
-
De titel is kort voor Klimaat Fictie, en is de titel van het boek dat Jákob (de hoofdpersoon) in het verhaal schrijft. Hij hoopt dat het aantrekkelijk klinkt voor “de jeugd van tegenwoordig”.
-
Het probleem in het boek is de zelfcensuur van Jákob. Je ziet hoe hij probeert om te gaan met de aftakeling van onze democratie; zijn drang tot verzet maar ook zijn onzekerheid en machteloosheid. Binnen die ‘verhaalboog’ (is dat een woord?) is er een tweede probleem: de orkaan die de Kuil wegvaagt en de daaropvolgende gebeurtenissen op Jákobs terp; het racisme, onbegrip en de onrechtvaardigheid van de staat; de onmacht om de medemens te helpen en de hulpeloosheid van de situatie.
-
Karakteranalyse
a. Jákob is een oude man (boomer) van ergens in de 80. Hij is als kind gevlucht naar Nederland met zijn ouders, vanuit de voormalige oostbloklanden. Dit heeft grote invloed op hoe hij de wereld ziet. Er worden ook continue parallelen getrokken tussen de Soviet-Unie en de Republiek. Hij werkt als bibliotheekmedewerker (samen met zijn vrouw). Hij is met zijn vrouw Agnes verhuist naar het platteland nadat ze met pensioen gingen, omdat hij de eenheid in de stad uit elkaar zag vallen. Hij leeft meer via boeken dan in de werkelijkheid en heeft een gekke obsessie met taal. Als reactie op de misstanden die hij aanschouwd na de orkaan schrijft hij een boek. Aan het einde van het boek pleegt hij zelfmoord.
b. Hij is een round character. De uitvoering is realistisch en goed psychologisch uitgewerkt. Zijn gevoelens en gedachten worden helder beschreven. Je kan zijn frustratie, maar tegelijkertijd ook onmacht echt voelen als lezer.
c. Ik vindt hem niet sympathiek. Ik kan me moeilijk inleven in zijn karakter, ik denk zelf vooral vanwege zijn leeftijd, leefstijl en de houding ‘oh ik ga toch dood dus wat boeit het’. Ook vindt ik hem een beetje een smerige man omdat hij een relatie heeft met een vrouw van 40 jaar jonger. Dat maakt hem zowel een creep, en een sukkel (want ze maakt duidelijk gewoon gebruik van hem). Ik vind ook dat hij heel erg over zich heen laat lopen en teveel bezig is met wat anderen van hem vinden.
-
Ik vond de eerste twee hoofdstukken heel sterk. Ook omdat er daarin met het perspectief gespeeld werd (je kon de zelfcensuur echt zien in de schrijfstijl). Alles na hoofdstuk 4 vond ik vooral langdradig en saai; er leek geen einde aan te komen. Ik vond het einde van het boek afgeraffeld en incoherent. Ik snap nog steeds niet wat de schrijver probeert te doen; wat is de boodschap nou precies?