Rechtsstaat

Nederland is een sociale democratische rechtsstaat:

Een rechtsstaat beschermt burgers van elkaar en van machtsmisbruik en willekeur van de overheid. Dit gaat door middel van grondrechten en grondbeginselen, die we hierna zullen bespreken.

In een rechsstaat is er veel sociale cohesie: mensen durven bindingen met elkaar aan te gaan. Er is vertrouwen en wederkerigheid: mensen houden zich aan de wet omdat anderen dat ook doen, en we daar allemaal beter van worden. Ook is er rechtszekerheid: de overheid moet zich ook aan de gemaakte wetten en afspraken houden.

Dit komt omdat mensen een sociaal contract sluiten: ze spreken af om in natuurlijke vrijheid en gelijkheid te leven. Om er zeker van te zijn dat mensen zich aan die wederkerige belofte houden, speelt de staat scheidsrechter, met behulp van een geweldsmonopolie (alleen de staat mag geweld gebruiken).

De staat bepaalt dus wat burgers wel en niet mogen doen door middel van wetgeving en handhaaft dit. De burgers bepalen echter zelf welke macht de staat over hun zal uitoefenen, door democratische verkiezingen. Om ervoor te zorgen dat niemand de staat overneemt is de (staats)macht in drieën gesplitst: de trias politica. Een aantal andere vormen van regeren:

De grondwet

Onze grondwet heeft de volgende functies:

Nederland heeft drie belangrijke fases in de grondwet gehad:

Je kan grondrechten onderverdelen in een aantal categoriën:

Voor grondrechten geldt wederzijdse erkenning: als jij gebruik mag maken van een recht mag een ander dat ook, en het uitoefenen van een recht mag nooit het recht van een ander inperken.

Dat is ook de betekenis van deze zin die steeds terugkeert in de grondwet:

Behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet.

Grondrechten hebben op twee manieren werking:

Er is geen rangorde in de grondrechten, het is niet zo dat de één voor de ander gaat. Als grondrechten elkaar tegenwerken wordt er dus per geval bepaald wat er moet gebeuren.

Legaliteitsbeginsel

Het legaliteitsbeginsel houdt het volgende in:

Wetten moeten aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen:

Dit zorgt ervoor dat mensen weten waar ze aan toe zijn en zich dus ook sneller aan de wet zullen houden.

Wetten kunnen veranderen als onze opvattingen of normen en waarden veranderen.

Uitbouw rechtsstaat

Door de verzorgingsstaat en sociale rechtsstaat raakte de overheid overbelast. Daarom kwamen ze tot het “geniale” idee om een groot deel van de staat(sbedrijven) te privatiseren, waardoor ze zelfstandig onder de marktwerking zouden functioneren. Om toch controle te behouden stelde de overheid marktautoriteiten op, die als toezichthouders functioneerde.

Trias politica

Om te voorkomen dat een kleine groep mensen teveel macht krijgt wordt de (staats)macht opgesplitst in:

Soms worden ambtenaren ook wel de Vierde macht genoemd. Dat is omdat de wetgevende macht alleen kaderwetgeving maakt; in sommige gevallen mogen ambtenaren zelf besluiten hoe ze wetgeving uitvoeren. Dit noem je discretionele bevoegdheid. Daarbij kunnen zij ook macht uitoefenen, vandaar de Vierde macht.

In Nederland mag de regering ook wetsvoorstellen doen. De uitvoerende macht heeft dus ook een beetje wetgevende macht. Als één groep meerdere machten heeft noem je dit verwevenheid.

Rechters maken bij hun beslissingen gebruik van jurisprudentie. Dat betekent dat ze kijken welke uitspraken er eerder zijn gedaan in vergelijkbare situaties en hun keuze daarop baseren.