H3: Wetenschappelijk onderzoek

Bij wetenschappelijk onderzoek heb je verschillende variabele:

• Onafhankelijke variabele (x-as): de variabele die de onderzoeker varieert
• Afhankelijke variabele (y-as): wat je meet, is afhankelijk van de onafhankelijke variabele

Validiteit en betrouwbaarheid

Betrouwbaarheid gaat over de stabiliteit van de resultaten:

• hoe groot is de invloed van meetfouten op de conclusie
• is het onderzoek herhaalbaar?
  • zelfde resultaten ⇒ betrouwbaar onderzoek

Validiteit gaat over welk verschijnsel je meet: of je meet wat je probeert te meten (eg. is de manier waarop je je data krijgt goed).

Soorten onderzoek

• Experimenteel

  • er wordt gebruik gemaakt van een experiment/proef (in een gemaakte-omgeving)
  • er wordt een controle-experiment uitgevoerd
  • er moet een eenduidige onderzoeksvraag zijn

• Beschrijvend

  • een natuurlijk verschijnsel wordt gemeten
  • geen sprake een onafhankelijke variabele
  • kwantitatief: als je dingen telt
  • kwalitatief: als je geen dingen telt

Opbouw van een onderzoek

• Inleiding: geeft achtergrond informatie over het onderzoek.
• Eenduidige onderzoeksvraag en hypothese.
• Materiaal: welke spullen heb je nodig om het onderzoek uit te voeren?
• Methode: hoe wordt het onderzoek uitgevoerd? (belangrijk voor andere wetenschappers die je onderzoek willen herhalen)
• Resultaten: presenteer je resultaten in een duidelijke diagram of tabel
• Conclusie: wat je uit je resultaten concludeerd, antwoord op de onderzoeksvraag.
• Discussie: hoe kan het onderzoek beter, is de onderzoeksvraag beantwoord? Bevat ook ideëen voor vervolgonderzoek.

Diagrammen

Bij het maken van een diagram is er vaak sprake van spreiding en standaarddeviatie. De spreiding gaat over het verschil tussen verschillende meetpunten (als het onderzoek meerdere keren is herhaald). De standaarddeviatie is een berekening (hoeven we niet te kunnen) die de invloed van uitschieters op de meetresultaten verzacht. Je gebruikt alleen een standaarddeviatie bij grote aantallen gegevens.

Vaak heb je in een diagram spreidingsstreepjes. Spreidingsstreepjes geven de twee uiterlijke waarden aan en het gemiddelde.

Spreidingsstreepjes kunnen ook worden gebruikt om een meet-onnauwkeurigheid of standaarddeviatie aan te geven. Dan staat het gemiddelde/het punt altijd in het midden.

Elke diagram moet een legenda hebben.

Lijndiagrammen

Bij een lijndiagram zijn de punten altijd direct verbonden. Bij een grafiek maak je de beste vloeiende lijn door de punten.

Je gebruikt een grafiek als de resultaten met een wiskundige of natuurkundige functie te benaderen zijn.

Staafdiagram & histogram

Bestaat uit staven.
Een staafdiagram wordt gebruikt voor losse gegevens; de staven staan los van elkaar. Een histogram wordt gebruikt als er een verband tussen gegevens is; de staven staan tegen elkaar aan.

VRAAG: hoe heet het als je een staafdiagram hebt met steeds 2 staven tegen elkaar aan? Een staafistogram? Haaftogram?

Strooidiagram

Een strooidiagram wordt gebruikt als er alleen losse meetpunten zijn die verder geen (makkelijk te bepalen) verband hebben.

Soms is een een correlatie: de meetpunten lijken een verband te hebben. Dat hoeft niet altijd een causaal verband te betekenen. Bij een causaal verband is het ene verschijsel de oorzaak voor een ander verschijnsel.

Cirkel/sectordiagram

Basically zo’n taart. Kan worden gebruikt om percentages duidelijk weer te geven.

Stapeldiagram

Geeft waardes aan; is basically een rechtoppe cirkeldiagram.

Wetenschappelijk onderzoek

Op de universiteit leer je theorie en onderzoek doen. Als je daarmee klaar bent schrijf je een artikel (in het Engels).

Om ervoor te zorgen dat de artikelen van goede kwaliteit zijn wordt gebruik gemaakt door collegiale toetsing: het onderzoek wordt nagekeken door mede-wetenschappers. Zij herhalen vaak het onderzoek, als ze dan op dezelfde resultaten uitkomen is het onderzoek betrouwbaar. Ook checken ze of het onderzoek goed is uitgevoerd en je je aan alle regels houdt.

Soms worden onderzoeken achteraf teruggetrokken omdat blijkt dat het onderzoek niet klopt omdat er bijvoorbeeld fraude is gepleegd.

Bronnenonderzoek is onderzoek waarbij eerdere onderzoeken worden opgezocht en er verbanden worden gelegd om tot nieuwe inzichten te komen (ofzo).