I fucking <3 chemistry

Hoofdstuk 1

Stofeigenschappen zijn:

Een mengsel heeft een smelttraject, een zuivere stof een smeltpunt (te herkennen aan een horizontaal stuk in de grafiek).

Mengsel Zuivere stof
Smelt- en kooktraject Smelt- en kookpunt

Mengsels

Naam mengsel van helder?
Emulsie vloeistoffen troebel
Suspensie vaste stof en vloeistof troebel
Oplossing vloeistoffen of vaste stof en vloeistof helder
Rook vaste stof en gas troebel
Schuim vloeistof en gas troebel

Fase overgangen

Faseovergangen

Rekenen

dichtheid = massa / volume
oplosbaarheid = massa opgeloste stof / volume oplosmiddel
concentratie = massa opgeloste stof / volume oplossing

Scheidingsmethodes

Scheidingsmethode verschil in gebruikt voor
Filtreren/zeven deeltjesgrootte suspensie
Bezinken en afschenken dichtheid suspensie
Centrifugeren dichtheid suspensie
Extraheren oplosbaarheid mengsel van vaste stoffen (remember: theezakje)
Indampen kookpunt oplossing
Adsorberen aanhechtingsvermogen oplossing of gasmengsel
Destilleren kookpunt goed mengbare vloeistoffen
Chromatografie aanhechtingsvermogen en oplosbaarheid oplossing

Hoofdstuk 2

1 °C = 273 K
1 K = -273 °C

Endotherm: heeft extra energie nodig. Als je de energiebron wegneemt stopt de reactie.

Exotherm: geeft energie af. Als je de energiebron weg haalt blijft de reactie doorgaan. Er is alleen een externe energiebron nodig om de reactie te starten

Hoofdstuk 3

Een moleculaire stof bestaat uit meerdere niet-metalen en is opgebouwd uit moleculen. In een metaal zitten de atomen in een metaalrooster. Een zout is een combinatie van een niet-metaal en metaal de atomen ervan zitten in een ionenrooster. Bij een zout zeg je niet de mono, di, tri etc. in de systematische naamgeving, want de atomen zitten alleen in een bepaalde verhouding in het ionenrooster en het is dus overbodig.

Stroomgeleiding

Metalen geleiden in zowel vloeibare en vaste vorm. Zouten alleen in vloeibare vorm en moleculaire stoffen geleiden helemaal niet.

Niet-systematische namen

Stof formule
water H₂O
methaan CH4
propaan C3H8
butaan C4H10
ammoniak NH3
glucose C6H12O6

Hoofdstuk 4

Reagens

Reagens toont aan waarneming
custardpoeder water wit -> geel
kopersulfaat water wit -> blauw
kalkwater CO₂ helder -> troebel en wit
joodoplossing SO₂ geelbruin -> kleurloos
joodoplossing zetmeel geelbruin -> zwartblauw

Verbanding

Voor een verbranding heb je minimaal 3 dingen nodig:

Een explosie vind plaats als er precies de juiste verhouding brandstof en zuurstof is. Dan verband in één keer alle brandstof, waarbij er veel energie vrijkomt.

Verbrandingsproducten:

Blusmiddel kiezen

Zuurgraad (pH-waarde)

Hoe zuurder een stof, hoe lager zijn pH-waarde. Hoe hoger de pH-waarde hoe basischer (zeepachtig).

pH 7 is neutraal, en daar kunnen we het best tegen, dus zijn de meeste producten voor mensen rond de pH 7.

< 3 of > 11 zijn schadelijk voor mensen. Zuur kalkt, basisch ontvet.

Chemische reacties

Verbranding is een reactie met zuurstof. Alle beginstoffen gaan een verbinding met zuurstof aan.

Oxidatie is verbranding zonder vuurverschijnselen.