Tekstverbanden
Leeroverzich lezen voor Nederlands. Geschreven door Robin Boers, 2 uur voor de toets van toetsweek 3 leerjaar 3VWO.
- Chronologisch: later, daarna, toen
- Concluderend: dus, dat betekent
- Doel-middel: dmv, om te, zodat
- Oorzakelijk: zodat, doordat, veroorzaakt door, als gevolg van (geen invloed)
- Opsommend: ten eerste, ten tweede, ten slotte
- Redengevend: omdat, daarom (mensen hebben invloed)
- Samemvattend: kort om, ten slotte, samenvattend
- Tegenstellend verband: maar, daarentegen, echter, hoewel
- Toegevend: weliswaar, hoewel (maar toch)
- Toelichtend: bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou
- Vergelijkend: in vergelijking met, net als
- Voorwaardelijk: stelt voorwaardes (als het morgen mooi weer is…)