Spiegelwet
Werking van een spiegel
Een spiegel is een stuk glas met aan de achterkant een laagje zilver of aluminium. Het laagje aan de achterkant weerkaatst licht heel gericht, omdat het enorm glad is. Daarom kan je voorwerpen in de spiegel zien. Dit noem je spiegelend.
Een spiegel draait voor en achter om. Hierdoor zie je tekst in spiegelschrift als je het probeert in de spiegel te lezen. (dit kan ook andersom)
Spiegelwet
De spiegelwet zegt dat de hoek van inval (∠i) gelijk is aan hoek van terugkaatsing (∠t). De hoek van inval is de hoek tussen de invallende lichtstraal en de normaal (een loodrechte lijn op de spiegel). De hoek tussen de normaal en de teruggekaatste lichtstraal heet de hoek van terugkaatsing.
\[\angle i = \angle t\]
Stappenplan
Voor het teken van de teruggekaatste lichtstraal:
- Teken de normaal. Dit doe je door een loodrechte lijn op de spiegel te tekenen op het punt waar de invallende lichtstraal het vlak van inval (=spiegel) raakt.
- Lees de hoek van inval af (met je geo).
- Zet een punt op de plek waar de teruggekaatste lichtstraal moet komen.
- Teken de teruggekaatste lichtstraal.